Ik wil wel meedoen aan het Dover Strait Race maar heb nog niet vaak een wedstrijd gevaren. Waar moet ik mee rekening houden?

Om het met de woorden van ex-olympisch zeiler Fred Imhoff met meer dan 40 nationale en internationale kampioenstitels op zijn naam te zeggen citeer ik de eerste zin uit zijn boek “Winnen is geen geluk”. Die luidt: “Wedstrijdzeilen is de meest complexe sport die er bestaat – het leven is te kort om hem voor honderd poercent te beheersen.”

Laat jullie echter niet afschrikkken, we trachten jullie onderstaand een overzicht te geven van hoe een wedstrijddag er uit ziet en van de basis voorrangregels voor wedstrijdzeilen en de meest voorkomende mogelijke valkuilen waar je moet voor opletten.

Hoe ziet een wedstrijddag op het Dover Strait Race eruit?

Aan het begin van de dag wordt tijdens de briefing  de baan bekend gemaakt hoe er gevaren wordt. Het wedstrijdcommitee zal een baan opgeven uit de in de wedstrijdbepalingen  (Sailing Instructions dewelke gepubliceerd worden op 1 mei) voorgestelde banen langsheen maritieme betonning tussen Oostende en Ramsgate, boeien die je dus langs de juiste zijde moet voorfbijvaren tijdens de overtocht.

Zet deze banen alvast in de plotter of app of duid ze eventueel aan op een papieren zeekaart (Imray C30 is de ideale kaart), zodat gedurende de wedstrijd duidelijk is wat de volgende boei is.

De start vindt plaats vanaf een lijn tussen het startschip aan de ene kant en de startboei aan de andere kant. Voor het startsignaal worden er met vlaggen signalen gegeven ter voorbereiding. Deze seinen zullen ook aangekondigd en afgeteld worden over de VH

Een gouden raad: mocht je de start te druk vinden, start dan gewoon op de tweede rij. De wedstrijd duurt nog lang!

Een kleine tip: haal zeker bij de start de buiskap naar beneden voor goed zicht.

Vervolgens zeil je de baan en rond je al de opgegeven boeien in de juiste volgorde en aan de juiste zijde. Let op de beroepsvaart en steek de Traffic Lanes loodrecht over, zie ook rubriek regels hieronder.

Als je de aankomstlijn nadert, roep je ”Dover Strait Race Committee” op via VHF om dat te melden dat je met naam en zeilnummer van de boot en als je een spinaker of genaker voert ook de kleur van dit voorzeil dat je zeilnummer waarschijnlijk maskeert.

Wat zijn de regels voor wedstrijdzeilen?

De regels Regels voor het Wedstrijdzeilen zijn opgesteld door World Sailing en vertaald in het Nederlands door Het Watersportverbond.

Wat is (de definitie uit het regelboek) vrij blijven van een andere boot?

Een boot blijft vrij van een boot met voorrang (a) als de boot met voorrang zijn koers kan zeilen zonder de noodzaak van uitwijkende handelingen en, (b) wanneer de boten een overlap hebben, als de boot met voorrang bovendien van koers kan veranderen in beide richtingen zonder direct een aanraking te veroorzaken.

 

De belangrijkste regels zijn:

Wanneer boten elkaar tegenkomen, moet een boot die over de stuurboord boeg ligt (het grootzeil over de stuurboord boeg voert) vrij blijven van een boot die over de bakboord boeg ligt.

Boten over dezelfde boeg

Wanneer boten over dezelfde boeg liggen en een overlap hebben, moet een loefwaartse boot vrij blijven van een lijwaartse boot.

Wanneer boten over dezelfde boeg liggen en geen overlap hebben, moet een boot die vrij achter ligt vrij blijven van een boot die vrij voor ligt.

Tijdens het overstag gaan, moet de boot vrij blijven van alle andere boten.

Nog belangrijke regels:

  • Een boot moet aanraking met een andere boot vermijden als dit redelijkerwijs mogelijk is.
  • Wanneer een boot voorrang verkrijgt, moet hij aanvankelijk de andere boot ruimte geven om vrij te blijven, tenzij hij voorrang verkrijgt door de handelingen van de andere boot.

Valkuilen en aandachtspunten

 

Bij de start

Aan de startlijn mag je niet indringen tussen een merkteken of comitéboot die de startlijn begrenst. Bovendien mag een lijwaartse boot je tot in de wind loeven zolang het startsein niet gegeven is, daarna moet hij zijn juiste koers varen naar het eerstvolgende merkteken van de baan.

Hier moet “W” dus uitwijken 

Ook hier hebben de rode geen voorrang.

Als in de rechtse figuur groen je toch doorlaat, heb je een fout gemaakt en moet je zo snel mopgelijk een strafrondje draaien (een keer overstag en één keer gijpen zonder andere boten te hinderen)

Let dus op om niet rakelings achter het startschip te varen en kijk heel goed wie er onder jou vaart of aangevaren komt!

Wees ook waakzaam je niet vast te laten varen in een ankerlijn aan de pin-end zijde van de startlijn  zoals boot L in onderstaande figuur.

Ook voor ervaren schippers!

Bovendien is het best mogelijk dat we starten met een bezeilde start. Bekijk hieronder hoe het in zijn werk gaat uitgelegd door befaamd international judge Josje Hofman die verschillende keren deel uitmaakte van de jury bij de Olympische spelen.

De afgebeelde situatie laat een bezeilde start zien.

Voor het startsein (als er nog geen juiste koers is) mogen alle lijwaartse boten (B, D, F en H) oploeven tot in-de-wind, als zij de loefwaartse boten ruimte kunnen geven om vrij te blijven. Vanaf het moment dat het startsein gaat moeten boten die geen loefrechten hebben en op dat moment boven hun juiste koers zeilen, direct afvallen.

Welke van de lijwaartse boten mag oploeven (boven hun juiste koers zeilen) na het startsein, aangenomen dat hun juiste koers naar rechts op het plaatje is?

Je bent A of C of E of G:

Je moet vrij blijven van de lijwaartse boot onder je; en je moet vrij blijven van X, die langs de startlijn over bakboord naar beneden komt. (Regels 11 & 10)

Je bent B:

Je hebt van vrij achter een overlap gemaakt, maar je was op dat moment meer dan twee lengtes verwijderd van A. Je hebt loefrechten. Je mag boven je juiste koers zeilen voor en na het startsein – tot in-de-wind, zolang A vrij kan blijven. Maar pas op, je mag A niet oploeven in het pad van X die langs de startlijn over bakboord naar beneden komt. In feite moet je misschien afvallen om A meer ruimte te geven. (Regels 11, 17 & 19.2(b))

Je bent D:

Je hebt een overlap verkregen van vrij achter en je was op dat moment binnen twee lengtes van C. Je bent de enige lijwaartse boot die geen loefrechten heeft. Voor het startsein (wanneer er nog geen juiste koers is) mag je zo hoog varen als je wilt, maar na het startsein moet je – als dat nodig is- afvallen en mag je daarna niet boven je juiste koers zeilen zolang de overlap in stand blijft (tenzij de afstand tussen de twee boten groter wordt dan twee romplengten). (Regels 11 & 17)

Je bent F:

Boot E verkreeg de overlap aan loef van jou, dus heb je loefrechten. Je mag boven je juiste koers zeilen na de start – helemaal tot in-de-wind, als E vrij kan blijven. (Regel 11)

Je bent H:

Je hebt je overlap verkregen door aan lij van G een overstag te voltooien. Je hebt loefrechten. Je mag boven je juiste koers zeilen na de start – helemaaltot in-de-wind, als G vrij kan blijven. (Regel 11)

Je bent X:

Je zult niet erg populair worden maar omdat je de boot over bakboord bent, heb je voorrang opalle andere boten. ‘Juiste Koers’ is niet relevantwanneer boten over verschillende boeg varen. (Regel 10)

Bij de merktekens van de baan

Bij merktekens verandert regel 18 de voorrangregels. Regel 18 is van toepassing tussen boten wanneer zij een merkteken aan dezelfde kant moeten houden en tenminste één van hen in de zone (op 3 bootslengten van het merkteken – van de boot die het dichts bij de boei als we over boten met verschillende lengtes hebben) is. Hij is echter niet van toepassing

  1. (a)  tussen boten over verschillende boeg in een aandewinds rak wanneer zij opkruisen,
  2. (b)  tussen boten over verschillende boeg wanneer de juiste koers bij het merkteken voor één, maar niet voor beide, overstag gaan is,
  3. (c)  tussen een boot, die het merkteken nadert en een boot die van het merkteken weg zeilt, of
  1. Regel 18 is niet langer van toepassing als merktekenruimte gegeven is.

Wat is (de definitie uit het regelboek) Merktekenruimte?

Ruimte voor een boot om een merkteken aan de voorgeschreven zijde te laten liggen. Eveneens, (a) ruimte om naar een merkteken te zeilen als het zijn juiste koers is om er dicht langs te zeilen, en (b) ruimte om het merkteken zodanig te ronden of voorbij te varen om de baan te zeilen zonder het merkteken te raken.

Merktekenruimte geven

Als boten een overlap hebben wanneer de eerste de zone bereikt, moet de op dat moment buitenliggende boot daarna merktekenruimte aan de binnenliggende boot geven. Als een boot vrij voor ligt op het moment dat hij de zone bereikt, moet de op dat moment vrij achter liggende boot hem daarna merktekenruimte geven.

Bij het oversteken van de Traffic Lanes.

Tracht de traffic lanes steeds loodrecht over te steken en hinder nooit beroepsvaart.